Goede brug tussen beleid en uitvoering

Duurzaamheid speelt een steeds grotere rol bij projecten in de openbare ruimte. Maar hoewel duurzame ontwikkelingen elkaar in rap tempo opvolgen, worden ze nog niet altijd toegepast. Daar wil Esther van der Lugt samen met haar collega’s van gemeente Oss verandering in brengen. Als Vakbeheerder Duurzaamheid Openbare Ruimte versterkt ze de brug tussen beleid en uitvoering. ‘De techniek is er, nu moeten wij nog volgen.’

Dat Oss duurzame innovaties een plek kan geven, blijkt wel uit de cijfers. Zo is er sinds 2019 100% ledverlichting in de openbare ruimte. Dat levert een gigantische winst op qua energiebesparing. Daarnaast is de gemeente bezig met bouwprojecten met gebruikt beton in beton en gebruikt asfalt in asfalt. Bij het asfaltonderhoud in de polder in Lith bespaarde duurzaam asfalt 4000 ton CO2-uitstoot. Dat zijn zo’n 1000 retourtjes Amsterdam-Melbourne. Naast wat we zelf doen, ontwikkelen inwoners en bedrijven meer initiatieven om Oss groener te maken.

‘De ambitie is er dus zeker’, vertelt Esther. ‘Bedrijven willen samenwerken zodat we duurzame oplossingen kunnen vinden. De vraag is alleen: wanneer is iets duurzaam en hoe kun je dat meten? Mijn doel is om het meetbaar te maken. Want dan laten we ook echt zien wat het oplevert.’

Milieukostenindicator

Wat is het effect van bestrating, asfalt, verlichting en aanleg van een nieuwe wijk? Deze vraag kun je alleen beantwoorden als je naar de hele levensloop van materialen kijkt: van grondstof tot afval. ‘Beide processen kennen grote transportafstanden’, aldus Esther. ‘En voor het maken ervan wordt veel energie en brandstof gebruikt. Daar letten we op en dat willen we zo laag mogelijk houden. En bij onze eigen installaties, van rioleringsgemalen tot parkeermeters, houden we het verbruik bij, zodat we energie kunnen besparen.’

‘Net als andere gemeenten en bouwbedrijven willen we meer gaan werken met de milieukostenindicator (MKI). Deze aanpak laat de route zien die de materialen afleggen. De MKI berekent hoeveel transportkilometers, grondstoffen en energie gebruikt zijn. De MKI meet in totaal 11 milieueffecten. Die worden omgerekend in euro’s. Heeft je product een lage MKI? Dan kun je je daarmee van andere bedrijven onderscheiden. De beton- en asfaltsector werken hier al mee. Samen met de markt gaan we stap voor stap ervaring opdoen met deze aanpak.’

 

Marktdialoog

Daarnaast is het volgens Esther goed om steeds in gesprek te zijn met marktpartijen, zoals aannemers en bouwbedrijven. ‘Want beslissingen die wij maken, moeten zij natuurlijk ook uit kunnen voeren. Welke nieuwe ontwikkelingen en kansen zijn er? Wat zijn de ervaringen met de MKI-aanpak? En wat vormt daarvan de administratieve last voor ondernemers? Afgelopen december spraken we hierover in de Raadszaal met verschillende bedrijven uit de betonketen. Het was goed om kansen maar ook twijfels met elkaar te bespreken. Op die manier kom je verder.’

Groen in Oss

Ook praat Esther met mensen over wat zij belangrijk vinden voor hun wijk voor de toekomst. ‘En er zijn prachtige initiatieven om Oss groener te maken! Het Klaphekkenplein, Pluktuin de Ridderstraat, stads- en buurttuinen… Meer groene tuinen zijn hard nodig. Zelf ben ik een enthousiaste tuinier en ik zie hoeveel vogels en andere dieren een groene tuin aantrekt. Voor kinderen is een tuin heerlijk om in te spelen. En ook voor je portemonnee heeft een groene tuin zin. Als meer mensen hun tuin vergroenen, ontlast dat het rioolstelsel. De kans op waterschade neemt daardoor af. En een groen dak isoleert, bespaart energiekosten en verhoogt de opbrengst van zonnepanelen.’

Gedrag volgt de techniek

Al met al is Esther positief over de toekomst. ‘Het is mooi om te zien welke stappen we maken. Technisch is er al veel mogelijk, maar we staan nog maar aan de vooravond van grootschalige verduurzaming. Er is dus nog veel te doen en te vernieuwen. Dat werkt het best door vroeg in projecten te beginnen met denken over duurzaamheid. Dat doen we graag samen met bedrijven en inwoners. Heb je een idee voor verduurzaming van onze openbare ruimte? Neem dan contact met me op!’